Al-Ashaa’riah



Al-Ashaa’riah: het origine van deze sekte komt van de naam van de oorspronkelijke stichter van de sekte en dat is Aboel-Hassan Al-Ash’arie rahiemehoellaah. Aboel-Hassan Ali ibn Ismaa’iel Al-Ash’arie rahiemehoellaah (260-334h.) was eerst een M’otazilie, waarna Allaah hem leiding gaf om deze weg te laten en inzag dat hij vals is. Hij openbaarde zijn nieuwe overtuiging in de moskee op een vrijdagmiddag na het Djoemoe’ah-gebed en trok zijn towb (gewaad) uit en zei: Ik heb me ontdaan van Al-M’otazilah, zoals ik me net van mijn towb ontdaan heb!

Al-M’otazilah bevestigen alle Namen van Allah maar ontkennen al Zijn Eigenschappen. Hun Bevestiging van de Namen houdt echter in dat de namen zomaar woorden zijn die niet op een betekenis of eigenschap duiden.

Maar hij hevelde over naar de madhab van Al-Kollaabiyah de volgelingen van; Abdoellah bin Sa’ied bin Kollaab At-Tammiemie Al-Basrie (o. na 240H.) En Abdoellaah bin Sa’ied bin Kollaabs overtuiging was dat hij maar zeven van de Eigenschappen van Allaah bevestigde en de rest ontkende.

Hij zei: ‘De hersenen tonen alleen maar zeven eigenschappen aan namelijk; (1) de Kennis, (2) de Kracht, (3) de Wil, (4) het Leven, (5) het Horen, (6) het Zien en (7) het Spreken.’

Hij zei: ‘Dit zijn de Eigenschappen die het verstand bevatten, wat het verstand echter niet bevatten is –voor hem- niet authentiek.’

Hierna kreeg Aboel-Hassan opnieuw Leiding en verliet Madhab Al-Kollaabiyah en keerde terug naar (de waarheid) van dezelfde madhab als die van Imaam Ahmed ibn Hanbal rahiemehoellaah (0. 241H.) en zei; ‘Ik getuig hetzelfde als dat wat Imaam van Ahloes-Soennah wal Djama’ah Achmed ibn Hanbal getuigt en dat is; ‘Voorwaar Allaah is gezeteld over Zijn Troon, bezit Handen en een Glorierijk Gezicht!’

Deze overtuiging heeft hij bevestigd in zijn twee boeken; Al-Iebaanah ‘an Oesoel Ad-Diyaanah’, en Maqaalaat Al-Al-Islaamiyien wachtilaaf Al-Moesallien ook zal zijn er nog een antal fouten in zijn Aqiedah achtergebleven. Het grootse gedeelte van Aboel-Hassans volgelingen zijn (jammer genoeg) na zijn berouw toch nog op madhab Al-Kollaabiyah gebleven, en heten daardoor Al-Ash’ariyah verwijzend naar hem toen hij nog op zijn eerste ideologie zat. Toch is deze verwijzing niet juist en onrechtvaardig tegenover Aboel-Hassan, omdat hij zijn berouw van deze sekte geopenbaard heeft in de twee voorgaande boeken.

Al-Ashaa’riah, zij zeggen: Wij zijn Ahloes-Soennah Wal-Djama’ah! Terwijl dit niet waar is, want dat waar zij op zijn is niet manhadj Ahloes-Soennah Wal Djama’ah want wie beweerd dat hij op manhadj Ahloes-Soennah Wal Djama’ah zit volgt ook de weg van Ahloes-Soennah Wal Djama’ah en vermijd alles wat daar tegenstrijdig aan is!

We moeten dus zeggen dat zijn oude volgelingen van de Kollaabiyah sekte zijn en niet van Al-Ash’ariyah! Het was beter voor hen geweest als zij hun Schaik gevolgd hadden in het terugkeren naar madhab Ahloes-Soennah.

Hier wordt ook de fout van vele moslims duidelijk die denken dat de hedendaagse Ashaa’irah van Ahloels-Soennah zijn. Maar nu is het duidelijk dat dit niet het geval is en dat zij van Ahloel bid’ah zijn ook al zijn zij het over een aantal zaken met Ahloels-Soennah eens!

Het Berouw Van Abul Hasan Al-ash'aree En Zijn Terugkeer Naar De Waarheid.

Bismillaahi Rahmaani Raheem,

Hier volgt een hoofdstuk uit een prachtig boek:
A History of the Ahlul-Hadeeth - a Study of the Saved Sect - and That it is the People of Hadeeth.

---

Hoofdstuk vier: het berouw van Abul Hasan al-Ash'aree en zijn Terugkeer naar de Waarheid.

De werkelijkheid van de Ash'aree Madhhab en het floreren daarvan in het jaar 385!

Er is geen twijfel dat alle mensen van alle Islamitische landen in de tijd van de Metgezellen, de Taabi'een, de Taabi' Taabi'een en de vier Imaams rahimahoemoellaah, deze madhhabs die nu de overhand hebben niet kenden. Naar gelang de tijd, kwamen ze tevoorschijn, waren ze overgenomen en begonnen de overhand te krijgen middels de mensen van lusten, de rechters, de sterke en de machtige. Deze beheersing, sterkte, kracht en regeling bereikte de omvang dat de mensen opgedragen werden om aan deze madhhabs vast te houden, en aan de geloofsleer van al-Ash'aree, en dit werd verplicht gesteld en al het andere werd verboden van de Qor-aan en de Soennah.

Eenieder die tegen hen in ging en volgens de Qor-aan en de Soennah van Zijn Nobele Boodschapper handelde, ze beide onafhankelijk begrijpend - zonder ta'weel en tahreef, vasthoudend aan de geloofsleer van de vroege en eerste van de Salaf, zonder tashbeeh en ta'teel en door alle Eigenschappen te nemen zoals ze voorkomen - zou geen rechter gemaakt moeten worden, zijn getuigenis zou niet geaccepteerd worden, zijn huwelijksaanzoeken zouden niet aanvaard worden, noch zijn leiderschap, noch zijn leerstellingen, omdat hij geen blinde opvolger was van één van de madhhabs in de vertakkende zaken, noch in de fundamenten, noch in de geloofsleer van de oude Ash'ariyyah, dus dat is nog voor het berouw van Abul-Hasan al-Ash'aree rahimahoellaah.

De geleerden en het algemeen publiek werden gedwongen het te accepteren, vanwege de wens van de staat, leiderschap en hun felheid omwille van de wereld, glorie en roem, tot in zoverre dat zij het nalieten te kijken in het Boek van Allaah, de Almachtige en de Meest Majestueuze, en de hadeeth van de Boodschapper van Allaah sallAllaahu 'alayhi wa sallam. Niets bleef over in alle Moslimlanden, behalve deze madhhabs en de oude geloofsleer van al-Ash'aree. Er was niemand van de Hanafees, de Shaafi'iees, en de Maalikees, of hij volgde de fundamenten van de oude geloofsleer van al-Ash'aree, zoals genoemd is in at-Tabaqaat en Mu'eed al-Ni'am door as-Subkee. Dit werd in zoverre meegedragen dat je geen Maalikee of een Shaafi'ee kon vinden of hij was een Ash'aree en geen Hanafee of hij was Maatureedee[1] en een Ash'aree. Dit was niet het geval voor de Hanbalees - die zich op de madhhab van de vroegere Salaf bevonden.

Vervolgens vond er een debat plaats tussen de Hanbalees en Abul-Hasan al-Ash'aree - (als een reslaat waarbij) hij rahimahoellaah berouw heeft getoond van de geloofsleer al-I'tizaal en hij kwam terug op de waarheid - welke hij bekendmaakte op de dag van Jumu'ah in het hoofdmoskee van al-Basrah, zittend op een stoel. Hij riep met een luide stem:

Eenieder die mij gekend heeft, heeft mij gekend, eenieder die tot op heden mij niet kent, dan zal ik hem over mijzelf vertellen. Ik ben die en die, de zoon van die en die. Ik was gewoon te zeggen dat de Qor-aan geschapen was, en dat Allaah niet gezien zal worden met de ogen, en dat de slechte daden door mijzelf geschapen zijn. Ik ben berouwvol, neem afstand van, en beschouw het als correct om de Mu'tazilah te weerleggen op grond van hun fouten en overtredingen.

Vervolgens heeft hij vijfenvijftig (55) boeken geschreven. Daartoe behoort het boek al-Ibaanah, samengevat vanuit het boek al-Khutat (3/359) door al-Maqreezee.

Voor wat betreft de realiteit van de oude Ash'aree madhhab, dan volgde hij de weg tussen 'ontkenning' - wat de madhhab van de Mu'tazilah is en 'bevestiging'[2] - wat de madhhab van de mensen van Tajasseem is. Hij debatteerde ter verdediging van deze uitspraak van hem en hij zocht er naar om deze madhhab met bewijs te ondersteunen. Veel mensen hielden zich er aan vast en kwamen om zijn meningen aan te nemen. Van onder hen was Qaadi aboo Bakr Muhammad ibn at-Tayyib al-Baaqilaanee al-Maalikee rahimahoellaah, aboo Bakr Muhammad ibn al-Hasan ibn Furaq, aboo Ishaaq Ibraaheem ibn Muhammad ibn Mehraan al-Isfaraa'eenee, al-Ghazaalee[3] rahimahoellaah. Abul-Fath Muhammad al-Shahrastaanee, Fakhrud-deen ar-Raazee en anderen.

Zij ondersteunden zijn madhhab, gingen ervoor in discussie en debatteerden ervoor. Dus de madhhab van al-Ash'aree verspreidde in Irak, om en nabij het jaar 380 en toen werd het van daaruit meegenomen naar ash-Shaam. Toen an-Naasir Salaahud-deen Yoosuf ibn Ayoob het gezag kreeg over Egypte, en zijn rechter Sadrud-deen 'Abdul-Maalik ibn 'Eesaa ibn Dirbaas al-Maadaraani bevonden zich op de Ash'aree madhhab. Zij ontwikkelden zich hierop terwijl zij beide in dienst stonden van de Sultan, koning Mas'ood ibn Muhammad Mas'ood an-Neesaaboori die het boek 'Aqeedah Madhhab al-Ash'aree geschreven heeft.

Hij begon zijn kleine jonge kinderen dit te laten onthouden. Dus het werd boven al het andere geplaatst en er werd nog meer geconcentreerd op de Ash'aree madhhab. In de dagen van hun imperium (wereldrijk) was het voor alle mensen ingevoerd zich eraan te houden, en dat de staat door ging in het tijdperk van hun koninkrijk. De Ash'aree madhhab verspreidde zich in zo'n mate in de Moslimlanden dat al het andere van de andere madhhabs vergeten werd en de mensen werden daarover onwetend, tot vandaag aan toe blijft er geen madhhab[4] over die het bestrijd, van de Hanafees, Maalikees en de Shaafi'ees, behalve de madhhab van de Hanbalees die Imaam Ahmad ibn Hanbal rahimahoellaah opvolgden. Want zij bevonden zich op datgene waar de Salaf zich op bevonden, en zij deden geen ta'weel met de Eigenschappen.

Dit was tot aan het jaar 700 toen een man beroemd werd in Damaskus en zijn provincies - hij was Shaikh Taqiyyud-deen Ahmad ibn 'Abdul-Haleem ibn Taymiyyah al-Harraanee rahimahoellaah. Hij zette zich in voor het hoog houden van de madhhab van de van de vroegere salaf. Hij streefde ernaar de Ash'aree madhhab te weerleggen en hij bekritiseerde hen krachtig en openlijk. (Einde) van wat overgeleverd is door al-Maqreezee[5] in zijn boek al-Khutat (3/358), de oude print uit Egypte.

Dit is een duidelijk bewijs dat de Ash'aree en de Maatureedee geloofsleer niet de geloofsleer was van Imaam aboo Haneefah, Imaam Maalik of Imaam ash-Shaafi'ee rahimahumullaah, want het vond zijn oorsprong op de tong van Abul-Hasan al-Ash'aree, na de dood van de vier Imaams. Dus wie er ook iets anders beweert dan dit, dan moet hij zijn bewijs en uitleg brengen.

_________________________________________________

Voetnoten:

[1] Onze nobele broer Shaikh Shamsud-deen al-Afghaanee rahimahoellaah heeft een groots boek in drie delen (getiteld) Naqd al-Maatureediyyah (Weerlegging van de Maatureediyyah) dus verwijs ernaar.

[2] Hij bedoelt de bevestiging die de betekenis van tashbeeh draagt, tussen de Schepper en de geschapene. Het is niet de bevestiging welke gegrond is op de uitspraak van Allaah, de Meest Perfecte:

Er is niet zoals Hem en Hij is Alhorend, Alziend. [42:11]

[3] De auteur schreef als voetnoot: "Imaam al-Ghazaalee toonde berouw toen hij stierf en hij plaatste op zijn borst het boek Saheeh al-Bukhaaree, hopend op een goed einde, moge Allaah hem vergeven."

[4] Voor wat betreft vandaag, dan is dit niet het geval en alle lof behoort toe aan Allaah voor Zijn vrijgevigheid.

[5] Kijk in mijn introductie van het boek Tajreedat Tawheed al-Mufeed, pag. 13-16.

0 reacties:

Een reactie posten